Het bedrijf in Geldermalsen gaat fors op de schop. Een grote nieuwe productiehal wordt bijgebouwd, oude gebouwen voor opslag worden vervangen, de waterzuivering wordt uitgebreid en nieuwe productielijnen voor de productie van portiecupjes en later ook knijpzakjes appelmoes worden aangekocht.
Ook de fabriek in Zeeland groeit snel. Het aantal productielijnen groeit, een vijfde sterilisatietoren wordt geplaatst en een extra groot opslagmagazijn wordt bijgebouwd. Het machinepark is gericht op de productie van appelmoes, verse groenten en peulvruchten. De productie van zachtfruit wordt met name door de arbeidsintensiviteit en hoge loonkosten afgestoten.
COROOS groeit uit tot het grootste conservenbedrijf van Nederland binnen haar vakgebied. De bedrijfsnaam verandert van C. Oostroms conservenbedrijven naar COROOS. De productnaam COROOS verdwijnt echter steeds verder uit het schap. In de plaats daarvan worden eigen merk- en productnamen zoals Appelmoesjes, Servero, Fruit to Go en Slurpfruit gebruikt voor de verkoop van de nieuwe fruitcupjes en knijpzakjes.